 
 
De ruiters moeten, in uniform en te paard, beurtelings onder de galg doorrijden en proberen de gans te onthoofden. Zij mogen slechts met één hand trekken en hun paard mag niet stil staan, noch stappen.
Tijdens het spel is er steeds een “doktoor” met zijn “verpleegsters” aanwezig om eventuele gevallen ruiters terug op te knappen met het nodige verband en een goede borrel.
Ook is er een “agent” aanwezig die de ruiters en de toeschouwers moet beboeten als er iets verkeerd gebeurt. Diegene die de kop kan afrukken, wordt Koning voor één jaar.
Tijdens het Keizerschap komen de koningen van de laatste 3 jaar van ieder dorp bijeen om voor de Keizerstitel te strijden. Het Keizerschap wordt steeds gereden in het dorp van de oud-keizer.